Op 23 mei 1940 vierde Maserati vier grote overwinningen op rij op de Targa Florio. Het merk met de drietand kwam voor het vierde opeenvolgende jaar als eerste over de finishlijn van de prestigieuze Siciliaanse race. De coureur die de race op zijn naam zette was Luigi (Gigi) Villoresi, aan het stuur van de Maserati Tipo 4CL.
Om de 80ste verjaardag van deze historische overwinning te vieren, ging Maserati terug naar Sicilië met een MC20-prototype en reed het over enkele van de wegen waar de geschiedenis van de Targa Florio is geschreven, zoals de iconische plek waar de beroemde tribunes van Floriopoli staan.
De ontwikkeling van de nieuwe supercar gaat door met tests onder verschillende omstandigheden, met als doel gegevens en informatie te verzamelen voor de uiteindelijke fijnafstemming. Na de eerste batch tests, uitgevoerd met de dynamische simulator in het Maserati Innovation Lab in Modena, is het nu tijd voor testritten op de weg en op het circuit.
De MC20 markeert het begin van een nieuw tijdperk voor het Italiaanse merk, zowel op het gebied van design als technologie. Het is ook de eerste auto van het merk met de geheel door Maserati in eigen huis ontwikkelde en gebouwde motor die bol staat van de innovaties.
Met de nieuwe MC20, die in september wordt gelanceerd, wil de in Modena gevestigde fabrikant zijn sportieve kwaliteiten onderstrepen en terugkeren naar een leidende rol op de racecircuits, na het laatste wereldkampioenschap dat in 2010 werd gewonnen met een andere buitengewone auto, de MC12.
De 4CL
De 4CL, de single-seater uit 1939, was het geesteskind van Ernesto Maserati, de jongste van de Maserati-broers, die een auto wilde ontwerpen voor de “Voiturette”-klasse. De 4CL heeft een cilinderinhoud van 1.491 cc, en is gebouwd op het chassis van de 6CM, maar met een nieuwe viercilindermotor met vier kleppen per cilinder, de eerste in de geschiedenis van Maserati. Het was voor die tijd een uiterst geavanceerde motor, met “vierkante” interne afmetingen van 78 x 78 mm. De motor ontwikkelde, met behulp van een volumetrische turbocompressor, 220 pk bij 8.000 tpm.
Tijdens het racedebuut van de auto in de Libische Grand Prix van 1939 (Tripoli), behaalde Gigi Villoresi de pole position met de aerodynamische versie van de 4CL. De eerste overwinning kwam twee Grands Prix later, in Napels, toen hij werd bestuurd door de Engelsman John Peter Wakefield, die vervolgens nog twee overwinningen behaalde in Frankrijk, bij de GP’s Picardie en Albi.
In de tweede helft van de jaren dertig werd de Targa Florio gehouden in Palermo op een circuit ontworpen in het Favorita Park, met in totaal 40 rondes. De eerste die finishte was Gigi Villoresi, de favoriet voor de race, die ook nieuwe records vestigde voor de gemiddelde snelheid (142,288 km/u) en de rondetijd (147,201 km/u). Villoresi won daarmee de laatste race in Italië en Europa voor de Tweede Wereldoorlog, een resultaat dat de daadkracht van het merk uit Modena bevestigde. Ook Alberto Ascari nam deel aan die editie, in zijn eerste raceseizoen en aan het stuur van een andere Maserati.
In de naoorlogse periode volgende nog vele overwinningen. Aan het stuur van de 4CL won Villoresi zelf de Grote Prijs van Nice in april 1946. Daana volgden overwinningen voor Raymond Sommer, Reg Parnell en de grote Tazio Nuvolari. Verdere zeges werden behaald in 1947, en in 1948 werd de 4CL vervangen door de 4CLT, met het nieuwe buisvormige chassis en een inlaatsysteem met een dubbeltraps turbocompressor.