Het aantal verkeersongelukken kan omlaag en de gevolgen ervan kunnen worden verminderd. Tenminste, als voertuigen niet alleen met elkaar in contact staan, maar ook met de verkeersinfrastructuur. Vanaf 2019 gaat Volkswagen zijn modellen daarom uitrusten met pWLAN, waarmee in de nabije toekomst auto’s van verschillende merken informatie kunnen uitwisselen. Het gaat dan om informatie die gedeeld wordt tussen voertuigen (car-to-car), maar ook tussen voertuigen en de verkeersinfrastructuur (car-to-X)*. Updates over bijvoorbeeld de huidige verkeerssituatie en de locaties van ongelukken worden razendsnel uitgewisseld binnen een straal van ongeveer 500 meter.
De technologie die Volkswagen gebruikt is gebaseerd op de IEEE 802.11p-standaard (pWLAN). Deze is door de auto-industrie in het leven geroepen voor alle directe communicatie tussen voertuigen en tussen voertuigen en de verkeersinfrastructuur. Door deze technologie is het mogelijk om sensordata en informatie te delen over bijvoorbeeld de huidige verkeerssituatie en mogelijke gevaren op de weg. Iets dat binnen enkele milliseconden gebeurt. Een auto kan er bij wijze van spreken mee om een bocht kijken, want dankzij de informatie van andere voertuigen wordt zijn gezichtsveld enkele honderden meters groter.
Het communicatiesysteem gebruikt een speciale frequentieband die is bedoeld voor onder meer de verkeersveiligheid. Dankzij het lokale karakter van de informatie die op de frequentieband wordt gedeeld, is er geen centrale dataopslag nodig. Daar zijn dus geen kosten mee gemoeid. Ook is het systeem niet afhankelijk van het bereik van het mobiele netwerk.
Volkswagen gaat de pWLAN-technologie, en ook telefoonconnectiviteit, standaard in al zijn modellen inbouwen. “We willen de verkeersveiligheid helpen vergroten met behulp van voertuigconnectiviteit”, aldus Johannes Neft, Head of Vehicle Body Development bij Volkswagen. “En de meest efficiënte manier om dat te doen is door in een hoog tempo een gemeenschappelijke technologie uit te rollen. Het belangrijkste is dat de technologie consequent door zoveel mogelijk automerken en industriepartners wordt gebruikt.”
Als het systeem in 2019 wordt gelanceerd, zal het zich in eerste instantie focussen op waarschuwingen en informatie over lokale risicosituaties. Tot op zekere hoogte is het systeem in staat om zelf potentiele gevaren te identificeren, bijvoorbeeld als een auto een noodstop maakt of als de boordsensoren ijzel op de weg ontdekken. Binnen een paar milliseconden kan deze informatie dan worden gedeeld met de voertuigen en de verkeersinfrastructuur in de nabije omgeving. Hierdoor kunnen andere weggebruikers op tijd reageren.
De effectiviteit van het systeem wordt groter naarmate er meer gebruikers zijn. Volkswagen werkt daarom samen met overheden, verkeersministeries en partners uit de auto- en transportindustrie om de technologie zo snel mogelijk te verspreiden. Tegelijkertijd wordt er gekeken hoe het systeem kan voldoen aan de hoge eisen die worden gesteld aan databescherming (het systeem werkt immers met persoonlijke informatie).
Als de politie, brandweer en ambulancediensten ook zijn uitgerust met pWLAN-technologie, kunnen bestuurders ver van tevoren op de hoogte worden gesteld van bijvoorbeeld een naderende brandweerwagen of ambulance. Daarbij hebben wegbeheerders in Nederland, Duitsland en Oostenrijk al aangekondigd dat ze pijlwagens (trailers die worden gebruikt om het verkeer om bijvoorbeeld wegwerkzaamheden te leiden) willen voorzien van pWLAN-technologie. Dit om het risico op aanrijdingen bij wegwerkzaamheden te verminderen.
Volkswagen zet vol in op autonoom rijden en connectiviteit. Om de verkeersveiligheid nog verder te verbeteren, werkt het merk er hard aan om ook andere onderdelen van de verkeersinfrastructuur (zoals stoplichten) en andere weggebruikers te integreren door middel van de pWLAN-technologie.
* Een voorwaarde voor de uitwisseling van informatie tussen voertuigen (car-to-car) en tussen voertuigen en de verkeersinfrastructuur (car-to-X) is dat zowel de voertuigen als de infrastructuur zijn uitgerust met pWLAN-communicatietechnologie en dezelfde datastandaard gebruiken.