Nissan Renault

Alliantie Renault-Nissan met synergie doelstelling jaar voor op schema

De Alliantie Renault-Nissan behaalde 4,3 miljard synergievoordeel in 2015, een jaar eerder dan gepland en een groei van 13 procent ten opzichte van 2014. Inkoop, technische ontwikkeling en productie leverden de grootste bijdrage. Renault en Nissan bereikten synergievoordeel door kosten te reduceren, door kritisch te zijn op uitgaven en door omzetgroei. Alleen nieuwe vormen van synergie worden jaarlijks berekend – dus het gaat niet om een cumulatief resultaat. Door samenwerking kunnen Renault en Nissan hun financiële doelstellingen behalen en hoogwaardiger voertuigen produceren.

Renault en Nissan, die samen goed zijn voor tien procent van de wereldwijde autoverkoop, startten in 2014 samenwerking op vier belangrijke punten: technische ontwikkeling, productie- en onderdelenlevering, inkoop en human resources. Terwijl Renault en Nissan onafhankelijk van elkaar opereren, vallen de genoemde bedrijfsonderdelen onder verantwoording van een gezamenlijke Alliance Executive Vice President.

“Samenwerking in vier belangrijke businessfuncties hebben geresulteerd in het bereiken van meerwaarde door kostenreductie, het vermijden van onnodige uitgaven en in omzetgroei. Dankzij de samenwerking verwacht de Alliantie tenminste 4,5 miljard euro synergievoordeel in 2018”, aldus Carlos Ghosn, Voorzitter en CEO van de Alliantie Renault-Nissan.

Common Module Family
Common Module Family (CMF) is het unieke systeem van modulaire voertuigarchitectuur dat de Alliantie in toenemende mate toepast uit het oogpunt van synergie. De Alliantie plukt al de voordelen van CMF, zoals die zich aftekent in de Nissan Roque voor Noord-Amerika, de awards winnende QASHQAI voor Europa en de X-TRAIL voor Japan en China. Renault boekt succes met de nieuwe Espace, de Kadjar, de nieuwe Mégane en de Talisman, allen gebaseerd op het CFM-C/D platform.

In 2015 startte Renault met de verkoop van de Kwid in India, gevolgd door de lancering van de Redi-Go door Datsun medio 2016. Beide modellen worden gebouwd in de fabriek van de Alliantie in Chennai, India, op het CMF-A platform, dat is bedoeld voor de kleinste en meest betaalbare modelcategorieën.

“Met CMF-A toont de Alliantie Renault-Nissan zijn kracht om ook in een zeer competitieve markt door te dringen zoals India, waar slechts enkele producenten erin slagen om de vraag naar moderne en betaalbare modellen te beantwoorden”, steltArnaud Deboeuf, Alliantie Senior Vice President van Renault-Nissan BV en van de CEO Office van de Alliantie.

In 2020 verwacht de Alliantie 70 procent van zijn modellen te bouwen op een CMF-voertuigplatform.

Gezamenlijke productie
De gezamenlijke productie van modellen zal een sterke aanjager blijven van synergie en de Alliance Production Way versterken. Dit is een productie gerelateerd managementsysteem, dat de sterke elementen van zowel Renault als Nissan benut.

Begin 2016 maakte Renault bekend dat het de volgende generatie van de Nissan NV300 zal produceren in de Renault fabriek in Sandouville, Frankrijk. De NV300 wordt gebouwd op dezelfde lijn als de Renault Trafic. Tegen het einde van 2016 start de bouw van de nieuwe Nissan Micra in de Renault-fabriek in Flins, bij Parijs.

De AVTOVAZ-fabriek in Togliatti, Rusland, is de grootste productiefaciliteit van de Alliantie met een jaarcapaciteit van bijna een miljoen auto’s. Hier worden modellen onder vier merknamen geproduceerd: Lada, Renault, Nissan en Datsun. De Alliantie heeft een meerderheidsaandeel in AVTOVAZ, Ruslands grootste autoproducent.

Samenwerking voor elektrische auto’s, autonoom rijden en connectiviteit
De Alliantie Renault-Nissan zal tevens in 2020 tien modellen met technologie voor autonoom rijden uitbrengen. Geheel in lijn met het streven van de Alliantie naar technologische innovatie en de focus op nul emissie en nul verkeersslachtoffers. Renault-Nissan is al wereldleider met elektrische voertuigen. De Alliantie heeft er sinds 2010 meer dan 340.000 verkocht.

Renault en Nissan engineers werken nu samen aan de ontwikkeling van autonoom rijden, connectiviteitsdiensten en andere nieuwe technologieën voor massaproductie in volumemodellen. Door samen geavanceerde research en ontwikkeling aan te pakken is efficiency- en kostenvoordeel te behalen.

De Alliantie heeft een jaarbudget voor ontwikkeling van ongeveer 4,5 miljard euro. Er zijn research centers in Atsugi (Japan). Guyancourt (Frankrijk), Farmington Hills (Michigan), Sunnyvale (Californië), in India, Brazilië, Roemenië, Turkije, China en andere locaties.

In januari heeft de Alliantie bekend gemaakt dat er een gemeenschappelijk Connected Vehicles en Mobility Services team komt. Met als opdracht het implementeren van nieuwe connectiviteitsapplicaties bij alle merken van de Alliantie. Het team zal tevens nieuwe mobiliteitsservices ontwikkelen. Voor de Alliantie Renault-Nissan heeft synergie vanaf vandaag prioriteit waarbij beide ondernemingen verdere toekomstige samenwerking beogen.

Geef een reactie