Volvo 480 ES wordt 30

De Volvo 480 ES was het eerste model van Volvo met voorwielaandrijving en een dwars voorin geplaatste motor. Het is inmiddels dertig jaar geleden dat de sportieve driedeurscoupé debuteerde op de Autosalon van Genève.

De Volvo 480 ES was in 1986 een van de grote blikvangers van de Autosalon van Genève. Niet alleen was dit sinds tien jaar weer de eerste sportieve coupé van Volvo, de 480 ES was ook het eerste productiemodel van Volvo met voorwielaandrijving.

De lage, wigvormige carrosserie met klapkoplampen gaf een blik in de toekomst van Volvo. De steile achterzijde met de glazen achterklep was – net als de typenaam – een verwijzing naar de 1800 ES, die tot 1973 in productie was.

Volvo had diverse ontwerpvoorstellen laten maken door onder meer Bertone en Volvo’s eigen hoofdontwerper, Jan Wilsgaard. Maar het voorstel dat Volvo koos, was van John de Vries van Volvo’s Nederlandse designafdeling. Dynamiek en karakter waren de kernwoorden voor dit design.

Het interieur van de Volvo 480 ES is een ontwerp van Peter Horbury, die later Volvo’s Chief Designer zou worden. Noviteiten waren het op de bestuurder gerichte instrumentenpaneel en de verstelbare rugleuning van de individuele stoelen achterin.

Het technologiegehalte aan boord was hoog, zelfs in de standaarduitvoering van de Volvo 480 ES. Een nieuwtje was de tripcomputer. Het ‘elektronische informatiecentrum’ voorzag de bestuurder van informatie over het gemiddelde brandstofverbruik, de gemiddelde snelheid, de actieradius en de buitentemperatuur – digitaal natuurlijk.

De 1,7-litermotor in de Volvo 480 ES was afkomstig van Renault en voorzien van katalysatoren. Met een relatief bescheiden vermogen van 80 kW (109 pk) was een topsnelheid van 190 km/uur haalbaar. De acceleratie vanuit stilstand naar 100 km/uur vergde slechts 9,5 seconden. Ondanks dat het vermogen niet hoog was, voldeed de wegligging van de Volvo 480 ES beslist aan de verwachtingen die zijn sportieve uiterlijk opriep.

In 1998 verscheen de 480 Turbo, die met een uitlaatgasturbo en een intercooler een vermogen van 88 kW (120 pk) leverde. In 1993 werd een tweelitermotor aan het gamma toegevoegd (81 kW (110 pk)), die een veel beter koppel leverde.

De 480 was ontworpen als een niche-model en was dus geen groot verkoopsucces voor Volvo. Maar het model was veel belangrijker voor Volvo dan veel bezoekers van de Autosalon van Genève in 1986 konden vermoeden. De 480 was namelijk het eerste model van een veelomvattend project, waarvan de interne naam ‘Galaxy’ luidde. Voor Volvo betekende het project het begin van een nieuw tijdperk, met nieuwe technologie. Volvo verving achterwielaandrijving door voorwielaandrijving of vierwielaandrijving en ontwikkelde een hele serie nieuwe motoren.

Project Galaxy ging in 1978 van start en twee jaar later was het eerste voorwielaangedreven prototype gereed. Vervolgens splitste Volvo het project. Volvo in Zweden kreeg de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van een groter model dat de 850 zou worden. En Volvo Cars B.V. in Nederland ontwikkelde de kleinere modellen 440, 460 en 480.

Er waren plannen voor een open versie van de 480 ES en in 1990 toonde Volvo daarvan een prototype – eveneens in Genève. Maar het model bereikte nooit het productiestadium, evenmin als een zogenoemde targa-versie die ook werd ontwikkeld. Drie prototypes van de open 480 ES zijn te bewonderen in het Volvo Museum in Göteborg.

De Volvo 480 ES is vooral in Europa verkocht. De grootste markt was Groot-Brittannië, waar Volvo 22.000 exemplaren heeft verkocht. Volvo produceerde de 480 ES tot september 1995, in de fabriek in Born. In totaal heeft Volvo bijna 80.000 Volvo’s 480 geproduceerd.