Opel

50e verjaardag drie groten van Opel: Kapitän, Admiral en Diplomat

In de jaren zestig en zeventig waren de Kapitän, de Admiral en de Diplomat (de KAD-serie) de drie grote namen in het Opel-gamma. Opel is trots op zijn rijke erfgoed en viert de vijftigste verjaardag van zijn supertrio op de 26e Techno Classica in Essen (26 tot en met 30 maart 2014). Het KAD-gamma verscheen in maart 1964. De drie auto’s hadden dezelfde moderne carrosserie, maar elk met zijn eigen uitrusting en motoren. Na vijf jaar werden ze opgevolgd door de B-serie, die toonaangevend was in zijn klasse dankzij geavanceerde ondersteltechniek en nog meer gestroomlijnde vormen. Op de komende Techno Classica legt Opel de link naar het heden met de Insignia Sports Tourer OPC, het huidige topmodel. Opel werkt voor de show samen met de Alt Opel IG, de grootste Opel-club ter wereld.

KAD-A-BaureiheTien modellen uit twee generaties
De tien KAD-modellen die in Essen te bewonderen zijn, vertegenwoordigen de volledige A- en B-series. Met de 2,6-liter zescilindermotor van de Kapitän A betrad Opel in 1964 de premiumklasse. Van de zeldzaamste versie in het gamma, de Kapitän met de 4,6-liter V8-motor uit de Diplomat, zijn slechts 113 exemplaren gemaakt. Ook een zeldzame Admiral V8 is te zien in Essen.

De Diplomat A V8 Coupé was een van de snelste auto’s die in 1965 in Duitsland in productie waren. Deze tweedeursversie kostte 25.500 Duitse mark en is gebouwd door carrosseriebouwer Karmann, die zich met de auto richtte op een publiek van ’reizigers met klasse’. De Opel had een topsnelheid van 205 km/u dankzij de 5,4-liter V8-motor met een vermogen van 169 kW (230 pk).

De B-serie wordt vertegenwoordigd door een Kapitän en een Admiral, beide met een 2,8-litermotor. Ook een Diplomat 2800 E is te bewonderen. Dit is een van de eerste Duitse zescilinders met elektronische brandstofinjectie. Een Diplomat met een 5,4-liter V8-motor completeert de KAD-expositie, samen met nog twee bijzondere varianten van het vlaggenschip. De eerste is een Diplomat V8 met lange wielbasis uit de Opel-collectie, die gebruikt werd tijdens het staatsbezoek van de Amerikaanse president Ford in juli 1975. De tweede is een vierdeurs Diplomat 2.8 E Cabriolet uit een privécollectie, één van de vier showauto’s die in 1970 door Karmann zijn omgebouwd.

De drie groten uit Rüsselsheim
In de lente van 1964 herstructureerde Opel zijn aanbod in de premiumklasse en richtte zich na twintig jaar weer op de markt van luxe sedans. In de reclame noemde het bedrijf de Kapitän, de Admiral en de Diplomat ‘de drie groten’. De auto’s kregen een strak design, geïnspireerd op de stilistische rolmodellen van Opels Amerikaanse ‘moeder’, General Motors. Dit soort styling, een breuk met de heersende trend van barokke vormgeving, werd door zowel designers als critici ’nieuwe objectiviteit’ genoemd. De carrosserie van het gestrekte en vooruitstrevende trio uit Rüsselsheim was identiek voor elk model. Met een lengte van 4,95 meter en een breedte van 1,90 meter staken de premiumsedans Opels ambities niet onder stoelen of banken.

De Kapitän was al de bestverkochte Duitse zescilinder. De luxueuze Admiral moest het succes van het gelijknamige vooroorlogse model voortzetten en de Diplomat was het nieuwe topmodel. Met deze uitbreiding van het gamma naar de topklasse was Opel de enige Duitse fabrikant die een allesomvattend gamma aanbood.

Geef een reactie